Artikel WSV Herkingen
Pagina uit het logboek van Uisge Beatha
- 9 min.
- nov 5, 2024
- General
- Tochten
- mrt 27, 2013
De redactie van 't Krabbeltje, clubblad WSV Herkingen, heeft me gevraagd mijn reis samen te vatten.
Artikel WSV Herkingen
(Solo) Zeilen rond het Kanaal
Mijn ZZP-opdracht loopt op zijn eind, wat ga ik daarna doen? Een nieuwe opdracht vinden is nog niet zo eenvoudig vlak voor de zomer. Die tijd ga ik gebruiken om een wens in vervulling te laten gaan: een rondje Kanaal en dat grotendeels solo. Met het naderen van de vertrekdatum stijgt de spanning, bij mij en bij de thuisblijvers. “Waarom?†wordt me gevraagd? Geen pasklaar antwoord. Bewijzen, maar voor wie of wat? Gewoon gaan en het over me heen laten komen.
Woensdagochtend 21 juni 2012, nauwelijks geslapen en dat terwijl het lange dag gaat worden. De laatste boodschappen erin, de 1-wimpel in de achterstag, een emotioneel afscheid in Herkingen. En dan ben ik weg, solo richting Ramsgate waar ik de volgende ochtend verwacht aan te komen, tussen het windgat oversteken. Door de jaren al diverse oversteken gemaakt, maar niet eerder solo. Ondertussen trekt de wind aan en is de richting gunstig om ruime tot voor de wind koers naar de shipping lane te zetten waar ik midden in de nacht aankom. Het is druk, zoals altijd. Kijken, opletten, koers verleggen, ook moe maar geen tijd om te slapen, want in het NZ-gaande deel zie ik witte lichten aan BB. Verwarring maakt zich meester, op de kaart kijken, kompas controleren en erachter komen dat ik nog steeds in de goede richting vaar, maar dat er een vissersboot aan het spookvaren is. Moet ik Dover Coast Guard oproepen? Die visser luistert vast mee, is groter en sneller en van staal. Ik vaar door en eenmaal ruim buiten de shipping lane verleg ik de koers naar Ramsgate. Met wat hazenslaapjes kan ik uiteindelijk halverwege de ochtend aan leggen. Aankomstbiertje en apetrots dat ik het heb gehaald. De komende dagen is er tijd om een tochtplan te maken.
Het plan is om naar Lands End te gaan, de steven richting de weidse Atlantische Oceaan te wenden, even ervaren, over te steken naar Scilly's, dan naar Frankrijk (Camaret sur Mer), hoppend langs de kust naar de Kanaaleilanden om al kusthoppend via Frankrijk en België weer in Nederland terug te komen. Het idee om straks op eigen kiel bij de Kanaaleilanden aan te komen! Hetzelfde overweldigende gevoel bekruipt me als toen ik een paar jaar geleden voor het eerst bij de Tower Bridge in Londen aankwam. Na uitgebreid kennis te hebben gemaakt met de buren en een paar dagen verwaaid te hebben gelegen, is het moment daar om te vertrekken richting Dover om daarna via Brighton richting Eastbourne te gaan. Het weer is wisselvallig, van geen wind tot veel wind, van zon tot stromende regen. Voor mij is het ook zoeken waar mijn grenzen liggen, waar voel ik me prettig bij, wat kan ik aan, alleen? Tijd genoeg om dat te gaan ervaren. Eerst maar weer eens het grootzeil hijsen, naar de mast, terug naar de kuip om de val door te halen en dan lieren, soms tot het zweet op mijn rug staat. Realiseer met dat bij een knobbelige zee dit een handeling is die niet vrij van gevaar is.
Wat ik leuk vind aan het varen langs de Engelse kust, is het ‘spelen' met het getij, sommetjes maken, waarbij in sommige gevallen het vertrek van minder belang is dan de aankomst. Vanuit Brighton een tussenstop in Littlehampton, bij een wind die pal op de ingang staat en rond de 6 ligt een aanloop die niet wordt aanbevolen. Er staat 5 en het water kolkt naar binnen. Onder zeil naar binnen varen geeft stabiliteit, maar de onbekendheid maakt dat ik voor de ‘relatieve' zekerheid van de motor ga. Op het havenhoofd staat iemand te filmen. Die film zou ik wel willen hebben, denk ik terwijl ik de nauwe ingang bijna word ingezogen. De volgende dagen gebruik ik om mijn logboek (site) bij te werken, hard te lopen, de omgeving te verkennen voordat ik doorvaar naar de Solent met Birdhampool als eerste stop.
De Solent is - inderdaad - een prachtig gebied om te ontdekken. Prachtige havens ook, waar de tijd lijkt te hebben stilgestaan, een sluis waar ik met mijn boot net inpas en dan allerhartelijkst worden ontvangen door een havenmeester die gastvrijheid lijkt te hebben uitgevonden. Maar ook mijn eerste ankerervaring in vreemd water waar een knoop of 4 stroom staat.
Nog een paar dagen en dan vaar ik naar het beroemde Cowes waar mijn lief opstapt en o.a. het prachtige privélandgoed Beaulieu River en Lymington bezoeken.
Weer terug op eiland ontmoeten we in Yarmouth mensen die ons een mooring in Poole aanbieden. Dat resulteert in een geweldige tocht langs The Needles, super zeilen en dan aankomen in indrukwekkend natuurgebied. Hier ook de eerste ervaring met de bijboot, heel handig, maar ik blijf het onmogelijke dingen vinden door het gesleep achter of tegen de boot. Ook de komende tijd zal ik hier geen werkbare oplossing voor vinden. Vanaf Poole gaan we door naar Weymouth, het Olympisch hart voor de komende weken. Het lukt ons om in het centrum van de stad te liggen voor een voor Engelse begrippen normaal tarief. Met stomheid geslagen dat we zo dichtbij liggen en een waar genot om alle drukte rondom de Olympische Spelen mee te maken. Helaas dringt de tijd, rekening houdend met afstapster en opstapper, en via Lyme Regis gaan we met stevige valwinden naar Exmouth. Hier enige discussie om een plek achter de sluis te krijgen, maar het lukt en we liggen rustiger dan aan een gierende mooring.
Eenmaal in Dartmouth, waar het prachtig varen is tussen hoge bergwanden, gaat langzamerhand het moment komen over de haalbaarheid van The Scilly's. De Engelsen zeggen “it takes us a lifetime to get to the Scilly'sâ€, dan moet ik niet de illusie hebben om bij de weersvoorspellingen voor de komende dagen door te willen varen. We verleggen de koers en steken over naar… Guernsey.
Een lange dagtocht verder om in de rustige haven van Guernsey te mogen aanleggen. Ik was 11 toen ik daar voor het eerst was. De komende dagen nemen we de tijd om het eiland te verkennen en met de veerboot naar Sark over te steken. Wat is het gaaf om hier op eigen kiel aan te komen! De gierende stroom geeft weinig last, dat komt pas als we de zeer nauwe ingang van Beaucette inkrabben. Wat een feest om hier te liggen: en een havenmeester die ons uitnodigt voor de inwijding van het nieuwe douchegebouw en 's avonds een geweldige bbq met bijbehorende alcoholica en karaoke.
Vanuit dit pittoreske plaatsje steken we over naar Frankrijk. Wat als een rustige dag begint eindigt in 30kn wind en een mast die ongewoon beweegt. Dit herinnert me aan een tocht op de Oosterschelde met als eind een mast die total loss werd verklaard. Niet weer! Alles moet naar beneden en op de motor gaat het zeer oncomfortabel naar Lezardrieux. Gelukkig kan hier de verstaging opnieuw worden gespannen en staat de mast weer als een huis. In een aantal prachtige zeil- (en motor-) dagen hoppen we vervolgens langs de kust naar Granville om vandaar over te steken naar Jersey. Nog steeds allemaal onbekend gebied en steeds opnieuw sommen maken. Ik blijf het bijzonder te vinden om te besluiten een haven aan te lopen waar de aanloop op de kaart een meter droogvalt. Je leert omgaan met verval van soms 8 meter, net als 4kn SOG zonder wind en motor. Zo rustig als Guernsey was, zo levendig is Jersey en met de huidige weersverwachtingen lig ik hier de komende dagen terwijl mijn opstapper teruggaat naar NL. Vanaf hier zeil ik solo verder, dat is opnieuw wennen. Plan maken en als het weer wat rustiger is oversteken naar Frankrijk. Ik merk dat ik steeds makkelijker vertrek, met doorgaans voldoende info voor een tochtplanning voorhanden en soms puzzelend met wat de weerkaarten mij kunnen vertellen, net als de Navtex.
Vanaf Granville kom ik na een potdichte mist aan in Dielette, en met wier in de schroef. Niet de eerste keer, alleen al die visserbootjes in de mist vragen wel dat je makkelijk kunt manoeuvreren. Gewapend met duikbril en mes naar beneden. Doorgaans krijg ik het snel los, maar een flesje perslucht staat op gegeven moment wel op de verlanglijst. Dielette is een tussenstop voordat ik doorga naar Alderney. Er staat een gierende stroom rond het eiland en aanleggen aan een mooring is iets om solo te doen best een uitdaging, met de life line vast ondertussen een haak oppikken; overboord gaan is wel het laatste wat ik wil.
De komende dagen breng ik door op een avontuurlijk eiland, rondfietsen, meer en meer geraakt door het oorlogsverleden van deze omgeving, maar ook praktische zaken als bootvoorraad aanvullen, lezen en een windgat afwachten om over te steken naar Cherbourg. Hoewel een kleine afstand wordt het een van de meest vervelende tochten. De wind heeft over de Atlantische Oceaan staan blazen en op het moment van vertrek is die zover ingevallen dat ik het op de motor moet doen en doordat de stroom er dwars ?op staat ontstaat er een heel knobbelige zee. Alles schudt onaangenaam heen en weer, een steunzeil helpt niet. Later hoor ik dat de langsvarende douane het gevaar ook zag en me daarom heeft laten gaan.
Mijn volgende opstapster komt in St. Vaast aan boord, om daar ?veilig te arriveren is het voorspelde windgat en het tij net voldoende. Uiteindelijk zeil ik het laatste stuk met windje 4-5 naar de haven. Nauwelijks een uur binnen en de ellende breekt los. Avontuur is leuk, bij een biertje in de haven. Tussen de buien door verken ik de omgeving. Het verschil in sfeer tussen de plaatsen is soms erg groot. Prachtige havens worden aangelegd maar het achterland blijft achter.
Bij vertrek worden we lang vergezeld door een dolfijn. Op enig moment begint deze -soms echt stevig- tegen het roer te stoten. Ruim voor ons ligt een vissersboot. Het is al een heel bijzondere ervaring als een dolfijn meezwemt, maar dat het stoten stopt als we de koers verleggen is verbijsterend. Een uurtje voor de haven verlaat hij ons.
De plaatsen langs de Normandische kust laten veel van WO-II zien. Ik raak zeer onder de indruk, zeker als we het kanaal naar Caen doorvaren en bij de brug komen waar “Rupert†(para dummy) werd gedropt. Die indruk neemt nog meer toe als we in Caen een groots museum bezoeken met een overzicht van de geschiedenis die aan beide wereldoorlogen vooraf ging.
Weer terug in Ouistreham nemen we afscheid. Vanaf nu ga ik alleen terug. Straks maar eens even buiten de sluis kijken of ik via een tussenstop richting Honfleur kan. Na een dagje Deauville is het snel door naar Honfleur. Hoewel een local mij vertelt dat ik kort onder kust er naartoe kan en dan tussen twee staken de Seine moet opvaren, verkies ik de langere weg. Later bij het hardlopen over het drooggevallen strand zie ik wat hij bedoelde. Hier heb je dus lokale kennis voor nodig. Dan maar iets later binnen.
Na een paar dagen Honfleur met een heel leuk en totaal onverwacht bezoek voor mijn verjaardag, volgt St. Valery om na twee overnachtingen door te varen naar Dieppe.
Terwijl het nog een strak blauwe lucht is vertrek ik uit Dieppe naar Boulogne. Maar al snel pakken donkere wolken zich samen. Eerste rif erin en nog geen kwartier later het tweede rif en de fok naar binnen. Shit, de pen van de stuurautomaat laat los. Lijmen is nu geen oplossing, met de hand sturen en ondertussen een list bedenken om de boot op koers te houden als ik naar de mast zou moeten. De oplossing vind ik in lijn en elastiek om de helmstok te borgen. Na een uurtje hard varen valt de wind weg en blijven de golven over. Waar ken ik dit ook alweer van? Veilig loop ik begin van de avond Boulogne sur Mer binnen.
De weerberichten voor de komende dagen voorspellen weinig goeds. Als ik na twee dagen in de vroege ochtend buiten kom, staan er bij windje 5 nog kuilen van tegen de 2 meter. Een no-go en ik keer om. Dit voelt als falen, hoewel ik rationeel weet dat ik een goede beslissing heb genomen. Na twee dagen een nieuwe poging, met mijn verwachting nu beter gemanaged. Ik kan dan ook met een gerust hart terugkeren als de kuilen iets zijn afgenomen, maar die verre van comfortabel zijn om naar Nieuwpoort te varen. Iets dat daags erna wel lukt; heerlijk om de hele tocht het tij mee te hebben. Ondertussen komt het eind in zicht en gaat ook. Het weer keren. Hoewel ik langer in Nieuwpoort en Blankenberge wil blijven, zou dat betekenen dat ik pas over een week NL binnen kan lopen. Die keuze is snel gemaakt maar niet voordat ik bij het frietkot in Blankenberge een Belgische friet met azijnmayo verorber. Waar je al niet blij van kan worden?
Via Vlissingen en Middelburg naar het Veerse meer. Hier een laatste overnachting op een van de eilandjes en terug naar Herkingen. Vrienden willen graag meevaren en nodigen me uit voor een heerlijk afsluitend maal in Bruinisse.
Vrijdag 20 september vaar ik in de loop van de middag Herkingen binnen. Luid getoeter is mijn ontvangst, samen met lief en mams. Ik kan terugkijken op een prachtige tocht, trots en blij dat ik het heb gedaan.
Behouden vaart,
Gregor
(sy Uisge Beatha)
Gevaren mijlen
Logboek begin | 300 Nm |
---|---|
Logboek eind | 1492,7 Nm |
Afgelegde afstand | 1192 Nm |
Gerelateerde artikelen
Blauwe romp schilderen
Het schuren van de romp van Uisge Beatha is achter de rug en kan worden begonnen aan het......
Lees verderBlauwe romp schuren
De gelcoat van de romp is zodanig verkrijt dat herstel van de blauwe kleur alleen nog door......
Lees verderDeel deze pagina
Logboek Categorieën
- General 69
- Te water lating 6
- Motor 33
- Zeilen 168
- Binnenboord 27
- Logboek 345
- Onderhoud 92
- Statistiek 9
- Tochten 260
- Hardlopen 21
Reacties